Ik ging weer voorbij.
Liet de vraag,
want wat waag ik
aan ogen
achter donker glas.
Hoe het is om
een kraakpand te zijn
met kwetsbare vensters
een gammele mond
en een tochtig kattenluik?
Hoe vraag ik of de cactus het
nog doet in haar buik.
Ze heeft geen plan.
Ik weet hoe ze wacht,
op het verschiet
dat nog niet niet weet
of 't wel wacht
op het zachte licht.