Zoeken in deze blog

zaterdag 1 februari 2020

Hoe

hij vraagt me
hoe de wimpers krullen lately
ik wilde zeggen: ‘ ach, ik weet nie’
ze houden
het stof uit mijn ogen
m a a r  h e y
ze krullen zonder tang nog
en zijn lang en sterk genoeg
om zonder mededogen
met verve
neer te slaan
om al dan niet
ietwat dramatisch
in slow motion
op te gaan
en ach
als ik een half oogje toeknijp
lees ik :
‘expositie' geen ‘explosie’
blijkt ‘overleden’..‘overleven’
tot het leven wordt
maar verderop
waar dan de waas heerst
grijp ik
-soms bang-
door alles heen
als er dan
op mijn wang
iets glinstert
voelen ze even als van steen


[ dat vind ik een mooie laatste zin
-hoe jammer ook voor het gedicht-
de krul springt er daarna al snel weer in]