hij was al halfvol toen ik hem tegen
het schonkerige lijf liep, ook al wist
ik dat dat woord niet bestond
amato bene, zei hij en ik dacht aan
tomaten en keek langs mijn benen
naar de punt van mijn schoen
die zich blozend de grond in draaide
danza? zei hij en stak een arm uit
de andere gevouwen
met een vuist
op zijn borst
ga je zingen zei ik
en zag hoe zijn lip zijn snor optilde
de tand die hij miste was donker
en groot
ik rilde en toen -als de wind-
hij zich sloot
rond mijn lijf
rond mijn lijk
trok god me uit aarde los
we dansten
ik met één voet bloot en
een gemoed dat niet wist
wat het moest
tot we verstilden om half zeven in de
laatste straat van de stad en ik
vergat wat het in hemelsnaam was
dat ik ooit te zeggen had
het schonkerige lijf liep, ook al wist
ik dat dat woord niet bestond
amato bene, zei hij en ik dacht aan
tomaten en keek langs mijn benen
naar de punt van mijn schoen
die zich blozend de grond in draaide
danza? zei hij en stak een arm uit
de andere gevouwen
met een vuist
op zijn borst
ga je zingen zei ik
en zag hoe zijn lip zijn snor optilde
de tand die hij miste was donker
en groot
ik rilde en toen -als de wind-
hij zich sloot
rond mijn lijf
rond mijn lijk
trok god me uit aarde los
we dansten
ik met één voet bloot en
een gemoed dat niet wist
wat het moest
tot we verstilden om half zeven in de
laatste straat van de stad en ik
vergat wat het in hemelsnaam was
dat ik ooit te zeggen had