Een vrouw heeft een leeg gezicht op een boek gericht.
Op de kaft staat een homp brood.
Een lichtgevend ei rolt van een tafel
en laat een vliegend visje vrij.
Schuin achter haar,
tegen een dode eikenboom,
-krioelend van processierupsen-,
leunt een man met een zilveren zon op zijn buik.
Op zijn schouder speelt een kleine duivel altviool.
Een oude heer met een geschubde jas
en vissenstaart, staart met traanogen
in een drooggelegd meer.
De vrouw voert een hond haar boek
en slaat mij met stomheid.
Zoeken in deze blog
woensdag 16 september 2015
dinsdag 15 september 2015
Ik weet het niet
ik weet het niet
zegt ze
't was er al
het bed
het huis
de hele straat
een weg die nog veel verder gaat
langs zij die alles weten
ik weet niet wat ik zelf al wist
of misschien wel was vergeten
ik zag de zee
(het was de zee)
en de bomen maakten wind
de zon stond op mijn tekening
daaronder speelde ik het kind
zegt ze
't was er al
het bed
het huis
de hele straat
een weg die nog veel verder gaat
langs zij die alles weten
ik weet niet wat ik zelf al wist
of misschien wel was vergeten
ik zag de zee
(het was de zee)
en de bomen maakten wind
de zon stond op mijn tekening
daaronder speelde ik het kind
Abonneren op:
Posts (Atom)