het was geen man met oog
althans niet voor mij
ik verwachtte hem niet
nergens meer
nooit
inmiddels drie hoofden groter
dan het frêle mannenlijf
dat aan een versgeplukt bloemetje stond te ruiken
was ik
als een betrapt kind, verstopte hij het achter zijn rug
toen ik hem aansprak
'goedemorgen..-in zijn ogen lichtte een verleider op
een casanova die ik met één vervolgwoord neersabelde-...opa'.
toen mijn naam
en niet die van mijn nichtje
en toen gaf ik hem die zoen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten