ik poetste de aanslag van mijn tanden
trok met een resoluut gebaar
een gordijn voor de kutwereld
en legde mijn hart op een schaaltje
de angst er losjes omheen geslagen
ik keek er naar
dat ziet er niet mooi uit
dacht ik
ik zie eigenlijk m’n hele hart niet meer
tussen twee vingers nam ik het op
het zat godverdomme al aardig vast
stukje bij beetje heb ik het losgepeuterd
tot het redelijk zuiver was
en stak het terug achter mijn ribben
toen ben ik op mijn knieƫn gegaan
niet ‘voor nooit meer blauwe bonen’
ik had het kunnen doen
maar tot wie had ik me
in godsnaam moeten richten
machtiger dan de liefde zelf
is er niet een, dacht ik
en liet het hard overspoelen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten