Zij breken snel na zevenen
in de kitchenette van het culturele hart
Stücken Früh met home made marmelade
ergens tussen Aken und Augen
dan,
na een dollemansrit op een drachtig paard
ogen in een loop
(ze knipperen niet
want het is vrede)
geluk dat hen gevangen nam
ofwel,
gieten zij hun hoofd leeg
boven een meer in een bos
en als de tijd aanschuift op het bankje voor de rust
kerven zij de Herhaling zachtjes in de rug
dan,
Oostwaarts met een fakkel
op de rand van rood
waar het land stil ligt
hoog genoeg om de hemel uit de lucht te happen
en elkaar overal tegelijk tegen te komen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten