tegen de wind in rennen natte bruine
mannen naar de stadsmoskee
ik loop langs Linda's raam, ik moet haar bellen
pluk lavendel uit een tuin, twee roosjes
onder mijn jas is m'n jurk
tot aan het middel opgekropen
dat is nog eens een binnenkomer
zijn kat luistert wel en niet
naar de naam Schrödinger
hondsdraf rond de vijver
een dragonder voor het raam
verduistert schuifelend de kamer
onder Mojsje's dominante blauwe haantje
krabt een Duitse staander onophoudelijk aan mijn hart
Drahthaariger Vorstehhund
ik zeg het hem
hier binnen blijft het ook niet droog
Geen opmerkingen:
Een reactie posten