Zoeken in deze blog

vrijdag 3 oktober 2014

Heerlijk

hij hoeft maar te zingen
en hij dwingt me over zee
over bergen heen
eet ik uit zijn mond
met steeds meer honger
tot een leegte me verzwelgt
heerlijk

maandag 29 september 2014

Als een dief

als een dief op klare dag
haar hart terug brengt,
als goud op een trillende schaal
ontkent ze het bakvissending
en verhaalt hem van het zwart
dat zich door een rimboe sleept
van het gat
waarin het grote niets
alleen nog dweept

donderdag 25 september 2014

1988

Lieve

Lieve dood,


Ik wil je even laten weten
dat ik tot medio 2054 onbereikbaar ben.


Groetjes

het zijn de bomen

Het zijn de bomen
die me het bos doen zien.
Het staat op hoge poten
een beetje aan te modderen.
Armen, dramatisch omhoog.

Ik hoor ze schreeuwen
want ik ben god in eigen kop,

tenslotte.
Maar uiteindelijk
is er een nog groter hoofd:
een wezel in een leeuwenbek.

Laat een kind, een gek
een dronkaard
klemmen, vangers en vallen plaatsen
kuilen graven. Maanden achtereen desnoods
zonder enkel zicht op bedelbrokken.

Je kunt niet hard genoeg zijn
om dat gore beest de zuiverheid in te lokken.

zondag 14 september 2014

Hence

he's
half wrong
half right

half in her heart
and half out of sight

she's
half wrong too
half right as well

half in his heart
and half out of sight

he thrives in the sun
she's a bird of night

hence they
walk their lives apart
surrounded by invisible light

donderdag 11 september 2014

-

papa is in de keuken
mama rookt een pijp
mama is in de tuin
Jaques ook
Jaques valt
mama valt ook

zaterdag 30 augustus 2014

Jij

jij met je gumby shoulders
break free babe
met een jolly jumpsuit
op een spetterende citytrip
met Bonny & Clyde
op de achterbank
in je achterhoofd

ik beloof je
je ademt je gezond
proeft je nieuwe energie
met je free vriendschapsbandje en
therapeutische compressiesokjes

koop een bonsai baby
en een powerbank
en bevestig je gratis onderbroek

be a rapturing raptivist, baby
let the world know
let reality meet magic

maandag 14 juli 2014

Gedicht bij een schilderij van Theofilos Katsipanos




dat ze van je hout
een totempaal maakte
terwijl je langzaam van haar
afgleed, als een huid die loslaat

dat ze je lief vond
(met de kop op haar kussen)
je omhelsde
hels, helser

dat je kapte
en zij van je hout
stookte
ach
de kermis was koud
je kent het

afijn
je was er bij
gloeiend

vrijdag 11 juli 2014

Yes dear

'Yes dear!
Call me later, dear.
Yes later, you will be here.
You promise, yes.
Oh yes, I hear.'

(Till then
I will find myself

and clap my hands
and dance with chaps
those good old ones
with sailor caps
to fill the holy friggin' gaps.

Wrapped into my cocktaildress
the one with soft spaghetti straps!

All in classic silver, yessss!

I'll find , I'll find
It is not me you left behind)

'Yes dear, yes.
I know your kind..'

woensdag 14 mei 2014

Zo een

zo een die groter is

nee, veel groter nog
met reusachtige armen
om bij onweer in te schuilen

een die bliksems
uit de lucht hapt
en wiens buik
zich om haar heen sluit
als al haar tranen huilen

een die doet
waar ze op rekent

zo een die ze
toen ze zes was
al eens had getekend

dinsdag 29 april 2014

Bestemming Havengeul



sail away little paraguayo
zingt ze
lala, lalala
op je schone schip

iemand roept
f l y
en zegt
hij is niet van Paraguay toch

dat weet je nooit
zegt ze
met zijn impulsiviteit

over het schele boegje
wierp hij zijn verstand
nu spuugt hij
in het malle sop met twee
bevallige oogklepjes op

sail away little paraguayo
met je schone schip

zaterdag 19 april 2014

Knoop

de knoop uit m’n buik schrijven
het bloed in mijn lijf
voelen dat het stroomt
niet stil vallen
het gat dichten
zodat ik er niet in tuimel
in loopschoenen springen
lopen, niet rennen
vooral niet rennen
gewoon lopen
rechtop
tegen de wind in
onthouden
vasthouden
loslaten
niet schrikken als ik huppel

vrijdag 4 april 2014

ik heb

ik heb ze vastgelegd
met marterhaar, tussen kregelige
kringeldingen en de attributen
van een goochelaar
oude meisjes
die hun spiegelbeeld in slow motion
tegemoet springen
en een man met een compleet
nest lachvogels achter in zijn mond

- ik dacht even dat hij dood stond, maar ik hoor
het rinkelen in zijn bloed-

een stoel hangt in een boom en op de rug
van een lome hengst , een vissersvrouw
met verse vis, gefileerd op Delfts blauw.

iemand slaat enorm acht op het 3-gezusterspand
- raar, want dat hield ik nog achter de hand-
en roept: ‘nou, fijne doei!’

maandag 31 maart 2014

Dar-jee-ling

als ze in haar thee tuurt
ziet ze de zee
ik zwem een eindje mee
als wolk op woeste golven
tot we één zijn

vrijdag 28 maart 2014

wie

wie is u eigenlijk?
vroeg een stem in hetzelfde schip

o, ik ben niemand hoor
ik ben alleen wat moe
en naar men zegt
moeder nog
maar ik doe er niet meer zo toe

toch, koos ik vandaag een paard
meneer, een uit hemel nummer 7
echt een wolk van een hengst
ik zette hem een tijdje koel
tot opeens de tijd al daar was
om hem ongenadig weg te geven

ik zadelde hem op
zette mijn hazenpootjes in de ijzers,
en werkelijk, de vlammen
sloegen uit zijn reet

ja als het per se moet
kun je mijn rug op
riep ik naar chocoprins
(hij heet Rozenwater)
die voor mijn ogen te smelten stond

ik ben met hem in zee gegaan
maar de zee koos alleen mij
nu dobber ik zachtjes in de lieve dood
als berend botje deinend aan gods schietlood

maar verder ben ik niemand hoor
en u?

Na

Na de melodramatische regenbui,
het hinnikende prinsessengejank,
de met een sissende saus
overgoten scheldkanonnade
en de rigoureuze verbreking
van alle contact,
zet ze meestal humor in.
Daar valt ie dan weer voor.

zondag 23 maart 2014

cAPTAIN

als ik hem moet geloven
zal de donder me wekken
en zal ik doordringen als de wind
met veerkracht in mijn pluimen
terwijl, zal ik heel alleen luisteren
naar Alice in Blunderland
en roepen 'DANG, what a song'
while he doesn’t even sing
'Orgasmic still after all these years!!!',
zal Conrad wederom schreeuwen
die dan al uren tussen
de vier poten van Queen Ann zal liggen
he will lose it at "damn you”
maar dat geloof ik deze keer niet

woensdag 12 maart 2014

dinsdag 11 maart 2014

De duivel

de duivel en ik
wij verlichten de hel
bedwingen vlammen
met vurige tranen
en wanen ons god
in een nieuw gesticht
Elysium, speelgrond
van het over-levings-spel

vrijdag 7 maart 2014

Toe,..


zeg jij nou ook eens wat toevalligs
bijvoorbeeld dat je 18 was in Londen
op Piccadilly Circus in Anteros klom
en dat je dacht dat dat Eros was

( hier janken twee honden)

dat je heel plat liggen kunt
of dat obscuur een woord is
om langzaam uit te spreken

dat je geleden hebt
aan het fantoomhondensyndroom
dat je schokkende beelden stil zet
en wel eens 'cross my heart' zegt
terwijl je weet dat er niks klopt

zaterdag 1 maart 2014

wat een nacht



ik droomde dat ik kanker had
mijn hele lichaam vol
wildvreemden met baby's
op hun arm kusten me
en vroegen me diep
in hun ogen te kijken
Herman van de fysio,
die ik helemaal vergeten was
keek zo diep dat het pijn deed

meneer P die graag Amerikanen oplichtte
maar de taal niet machtig was
vroeg mij om te translaten
en toen kreeg ik de schuld
( ja maar jij gaat toch dood)

ik had gaten in mijn panty's
en oh god ook in mijn benen
ik maakte ruzie in een kelder
en er vloog meel door de lucht
toen was alles wit
en dat was mooi

Reincarnatiegedachte van een bestraft rebels kind met onwillige oren




ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen
ik zal het ooit weer doen

zondag 23 februari 2014

Woordeloos..

woordeloos kan ik het
dan gaan je ogen open
en sta je weer recht
dan streel ik jou
en het onverhoorde
want het wekken van doden
is zelfs voor woorden te zwaar

vrijdag 21 februari 2014

Ik heb...

ik heb de blues in m'n rug
mijn keel in een zwarte hand

ja ik wil
een viool
in mijn buik en
jou van zijde

je hoeft niet altijd zo
hard te zijn jongen

woensdag 12 februari 2014

ik wil..

Ik wil een nieuwe


de oude (een goedgebekte fladderaar)
daagde ik voor een gerecht

licht
zal het hem niet gevallen zijn

op zijn zachtst gezegd
heb ik alle wallen door zijn
keel gejaagd, liet hem eten
van de scheuten in mijn hoofd

duwde een mengelmoes van
rauwe kost, kraaienpoten en
gifgroene prinsessenbonen
door zijn koninklijke strot

voerde hem een lillend
zwijn tot op het arme bot

een ratjetoe
(toe eet dan lief
tis maar een spelletje
ik was op mijn knieën voor je toch
ik heb het kruis geslagen)

vandaag waag ik mij weer
( kun je het verdragen)
in de rij van schone vrouwen
die met wellustig gemak
zo'n man of zes kunnen houwen!

maandag 10 februari 2014

Of..

of ze wel weet
dat Jezus leeft
en heel stilletjes
een kamer in haar hart bewoont

dat ook zij hem horen kan
als ze de deur maar open zet

of hij wel weet
dat zijn hart een duivelsei is
en dat de Action bloemen heeft
die niet kapot te krijgen zijn

zaterdag 8 februari 2014

Jij

jij

ik ben je niet vergeten
en weet dat jij ook
nog wel eens stikt
als je stiekem afdwaalt

maar dat je liever
nog dan de mijne
je eigen tong doorslikt

maar ik ben als het graf, hoor
de mijne is doodgebeten

donderdag 6 februari 2014

Een greep uit..

kijk dan, hier ben je zo grauw
als de lendendoek van
Jezus Christus, wat zag je eruit
maar de aarde wilde je niet, he
nee, weet je nog dat ogen je neer sloegen
en dat je geen bek opengebroken kreeg
ik ben zo gammel
als blote tieten op wilde zee
zong je de hele dag
en toen legde de dokter zijn
vinger op het gaatje in je hoofd
weet je nog
en toen het verlangen in je polsen
je niet langer boeide
deed je een accordeon voor
en daarna een heel orkest
maar niet iedereen kan dat nadoen lieve schat

zwart

dit gedicht is zwart
het is een gat
vol laurierdrop, moorkoppen
met room en het verlangen
naar een mooie neger

het is een kruis op mijn voorhoofd
het zaad waar ik op zit
de bladzijde die alleen
jullie mogen lezen

het is het schaap dat ik ben
de pest
de pek
de veren laat ik zelf wel ergens

maandag 3 februari 2014

Ik zie..

ik zie ik zie, als ik me los laat
misschien wel hoe het met je gaat
als je zonder te knipperen
naar acht generaties merels staart
met kilometers stiltecoma
in het heelal tussen je oren

ga maar terug, jongen
terug naar het eerste licht
en weet niet wat je ziet

baan je een weg over een
goddelijk lichaam, zoek
een borst, een mond
en geloof deze keer
eens wat ze zegt

vrijdag 31 januari 2014

En

en als ze dan een kaarsje
voor hem aansteekt in
de plaatselijke Mariakapel
eert zij hem zonder te betalen
Maria wil het niet anders
ze knipoogt elke keer en fluistert
God begrijpt het vast ook wel

zondag 26 januari 2014

..

de dood maakt stil
we begrepen niet
dat we maar bleven luisteren
of misschien een zacht gefluister
toch nog ergens hoorbaar was

de dood maakt stil
we weten het
dat je voor altijd onhoorbaar
ons hart zal slaan
omarmen we nu pas

woensdag 22 januari 2014

misschien

ze gokt vandaag
op genadebrood
met nootmuskaat
en kippenvel
ze draagt alvast
haar doodsgewaad
al is het niet precies
haar maat
misschien is de winnaar wel
verlaat

Bon

'bongiorno principessa!'
galmt Herr Kenning

aan het voeteneinde
stond de werkelijkheid
zoals gewoonlijk
met de handen in de zij

‘als liefde dreigt
woede te bekoelen
loopt de vlam gevaar’

en dat was dus tegen mij

h a l s b r e k e n d



eerst het ijs
dan de zon
daarna een eitje
dan je wil
het woord
je hoofd & ach, je hart
en niemand met een lans

dinsdag 21 januari 2014

van de blaffende vrauw en de mand



dag man zei de vrouw
ik wil een a van jou
o mag ik van jou dan de o

dan ben ik een mon
en jij nog steeds vrauw
ja is goed zei de vrouw
en zo werd zij een vrauw

en de man werd een mon
en hij wilde een d
oke zei de vrauw
en ze gaf hem de d van haar mond

bedankt zei de mond
en nu wil ik je hand
maar ze griste zijn o
en gaf hem de a van haar hand
zo werd hij een mand
en haar hand werd een hond

Kon ik

kon ik maar even
nee, niet even bij je zijn
ik zou weer niet weten
waar te kijken
om je helemaal te zien

kon ik maar even
vergeten
dat ik altijd bij je was
- ik denk aan bijenwas -

waar was ik

Je moet

je moet me stemmen,
schobbejak
voordat je me bespeelt
hoewel ik wel snap
dat jij denkt dat je me
stemt door me te bespelen

woensdag 15 januari 2014

Man

Zij was veel ontvankelijker
dan Zij oogde hoor
en Hij is niet zo almachtig
als Hij wil doen geloven
Tjezus, verlos me zeg
nee dan mijn Man
die de blauwe zijde
van me af laat glijden
de maan ophangt
en de wereld laat draaien

maandag 13 januari 2014

Dorothea

Dorothea heeft een man ontmoet
en zowat meteen ontmoedigd
daar was niet veel voor nodig
nadat het hem enigszins schuchter
ontviel dat hij theelepeltjes spaart
en op vrijdagavond
filosofische kwesties uitpluist

dat hij doorgaans binnen blijft totdat
er 3 zonnen aan de hemel staan

dat hij op de dag des heren
een vrouw boetseert
en haar op welhaast olympisch niveau
terug brengt tot een bal
dat zegt iets over die man
want die vrouw bestaat niet

/\

wat zijn er eigenlijk veel woorden
die ik op moet zoeken
omdat ik niet meer
of helemaal niet weet wat ze betekenen

ney
Itadakimasu
BD &BA
bif
Dendrologie
sub rosa
bassesse
voraciteit
dood

Soms

soms=was=ik=mij
in=jouw=zeep
kook=macaroni=zonder=kaas
slaap=met=mijn=armen
om=jouw=kussen
zoek=je=voorlopig=nog=in=stilte
want=je=muziek
draagt=me=te=ver

zaterdag 4 januari 2014

Raar weer..


Sinds 1901 hadden wij niet zo’n warme 3 januari-dag.
Terwijl ik nietsvermoedend in een niksie door het huis
dartelde, dwarrelden sneeuwvlokjes New York plat.

Ja

er zijn dagen die het makkelijk doen
maar ik geef niet toe
wie toe geeft is zwak-
ker dan ik zijn wil
ik wil geen jelly-benen
geen hart waar ik over struikel
geen piranha's in mijn buik
mijn eigen hoofd niet in mijn schoot
het jouwe ja
daarom moet ik zuinig zijn op het mijne

donderdag 2 januari 2014

Ik kon zien

ik kon zien dat hij in regen had gelopen
en aan het handvat dat hij omklemde
dat zijn paraplu was weggewaaid

kom maar binnen zei ik
een duif volgde hem

-ik wil naar Lourdes met je
ik zei dat mijn potlood leeft
en dat het geen zin heeft in reizen

-leg het op je oor
ik heb geen oren zei ik
en hij drong zijn hele lichaam aan me op

toen gingen we naar Lourdes
en kwamen terug met een blauw oog
het zijne

nu wil hij naar Boedapest

zaterdag 21 december 2013

Ik

ik vond je
verfrommeld
in inkt
op papier
dat een boot
had willen zijn

ik heb het klein
waarop je stierf
weggedaan

en stap nu
vanaf het ruime
overal je graf in

er staat een stoel
met twee poten
er zit een man
op met één been

ik bén die man
als ik de vrouw niet ben
die maar niet wennen kan

er staat een tafel
ik leg een ei voor jou
en hoeveel knopen nog
tot het liggen blijft
bij windkracht 12

Als

als je haar weer ziet lopen
over water, door het vuur
met Picasso aan haar hand
met Lola en Conchita
als dronken engelen
op haar schouders
hun vleugels afgebrand
zal liefde geen namen noemen
ik weet
de dolle hond
en ken zijn beet

vrijdag 20 december 2013

Dec 17 2013

Maarten zegt
dat nattehis echt een kneusjesvak was
ik noem het ‘t grauwe probeerlijk
voor gesjeesde dicteezielenpoten
zum Beispiel voor hen
die de tweezaamheid in stilte genoten
met resten chutney fantasy
in blije mondhoekjes

voor mij geschiedenis

nu lijd ik heel modern
aan socialbesitas
ik zoek mobiel naar wat een djak is
als ik al zigzagzoevend
vastloop in België
ik check of dommeriken echt
met maar één k moet
wat seitan met satan heeft,
ik Facebook, ik Twitter en Whatsapp

maar wat ik echt wil weten
radioactief Fukushima
bijvoorbeeld
nee, daar ZWIJGT men ons liever dood

maar hoeveel keer mogen wij meedoen in dit leven?
1 keer toch maar
meneer, mevrouw
en een ieder die zich in nevelen bevindt

ja, dat is een bewuste keus, mijn kind
- hoor ik- van de Goede Grote God
(mijn god, ik ben hem toch zo moe)
die ons van ontbijt, lunch en diner voorziet
met elke dag een ratje toe
of een vet dode mus
met een onbedaarlijke glimlach
rond zijn linkeroog
die meer dan dit gedicht
ergens op slaat

vrijdag 6 december 2013

16.45

rond kwart voor vijf
sloot een vrouw,
-voormalig wijf-

te duizelig en grauw
voor 't volgende bedrijf,

te veel haar lijf voor
het flikken, geflooi
en koude kermisfooien

net iets te beweeglijk nog
om het te rooien op de schijf,
viel zij met het doek

lede kolen in haar rug
strijkdroog naar moeder terug

vrijdag 29 november 2013

23 november 2013

vandaag ben je niet thuis geweest
( ik mis je)
al zevenhonderddertig dagen
en morgen bestaat niet meer
dus ik zal het je niet vragen

( ik mis je)

ik doe soms net alsof ik gek ben
om het maar niet te worden
( ik mis je)
ze zeiden dat je er mooi bij lag
en dat je nu in mijn hart zit
ik voel wel dat het klopt

maar wat kun je in een moederhart
dat steeds maar zachtjes huilt
niemand kan het horen hoor
maar jij
..

ik zal lachen voor je,
zingen
en ik dans je rond
omdat jij
zo in het leven stond

(godverdomme wat mis ik je)

vrijdag 2 augustus 2013

Oh

oh kijk!
daar komt mijn exje aan
hij valt zomaar van de maan
ik spring opzij
zodat hij mij niet plet
ik doe razend snel een wens
en kijk nou
hij gaat als een raket!

dinsdag 9 juli 2013

Als

als de nacht komt
zie ik jou
waar je warm bent
en ademt
we praten
lachen
zwijgen
kijken
ik raak je aan
kan je vasthouden
van niks weten
tot ik wakker
weer weet
je bent dood
voor halve dagen

zaterdag 8 juni 2013

'very hello'



heb het lief
en het liefst
dat het nergens over gaat

dat het zingt
'none but you'

(terwijl anderen
praten
om te verzwijgen)

wringt het zich
door merg en jelly legs
high
on
heals
with a low voice

heb het liefst
dat het met één kus
een lijf bestrijkt
de dood bestrijdt

ik zal er zijn
en jij

zaterdag 4 mei 2013

Een Oog Alleen



vlijmscherp niet
maar ze kan haar zien
de maan
de maan hangt rond
in een oog
dat wikt in vragenvuur

een oog alleen
kan verlangen niet zijn

'if she was ever crucified
or tried bodylocking
and new ways of kissing
if she knew the sound
of a red snake hissing

the infinity of the mobius strip
the bite of a lip
profound bliss
from the cry of a rooster'

'tot het volgende haangekraai'
ze loenst tijdens de spaties

then she
and he
tried and tried
day after night
till the night was day
and day was delight

en de maan wast
en wast

vrijdag 8 februari 2013

Dus eh..

'Dus jij denkt dat als je die
ongegeneerd vlammende haard
onze achtergrond in schuift
-oh met schapenvel nog wel-
een kushandje wel iets kan worden
om de gordijnen mee dicht te doen'
zegt ze.

En dat zegt ze dus schijnbaar elke keer
als hij een ongegeneerd vlammende haard
hun achtergrond in schuift
- ja met schapenvel nog wel-

Wat we daar nou mee moeten.
Een gedicht kun je het ook niet noemen.

dinsdag 5 februari 2013

Buiten





en buiten, zo laat nog aan de lucht
achter een gordijntje wulpse regen
danst de geest
van het beest dat zich verhing
tussen haar oren

nee, ze verzoekt de goden niet
want zij verzochten haar al eerder,
te onthouden dat het laatste woord niet bestaat

hoe wil je me hebben
vraagt ze
en tekent nieuwe ogen
legt Helena Rubinstein
over haar lippen
bloost uit een doosje

maandag 4 februari 2013

Jouw muziek

jouw muziek

stijgt op
vanonder een mat
een sleetse kokosmat

sjanst en danst zich
slingerend
langs mijn benen
jelly-benen
en mijn warme jelly-buik

grijpt me met lange tonen
naar waar ik adem haal
waar laat ik me
nog voor ik beklemtoond binnen ben

donderdag 31 januari 2013

Ik ging weer voorbij.

Ik ging weer voorbij.

Liet de vraag,
want wat waag ik
aan ogen
achter donker glas.

Hoe het is om
een kraakpand te zijn
met kwetsbare vensters
een gammele mond
en een tochtig kattenluik?

Hoe vraag ik of de cactus het
nog doet in haar buik.

Ze heeft geen plan.
Ik weet hoe ze wacht,
op het verschiet
dat nog niet niet weet
of 't wel wacht
op het zachte licht.

woensdag 16 januari 2013

G.

ik hoorde dat de kleur
van je ogen veranderd is
nu je de overkant hebt gezien

weet je nog dat je me omhelsde
terwijl ik over je schouder keek
om te zien waar je bleef

vanaf daar heb ik je nagestaard
en zag ons schrijven
arm in arm

Bij een schilderij van Dali

zou zo een lucht
vol dreiging zijn
door zeegroen gedragen inkt
waarin het zijn
ontveld
ontstemd
los van lijf
geraakt is

wat kan een hand nog weren
als spieren bloot
zijn in naakte aarzeling

als het onbewuste zich voortsleept
als hout dat niet houdt
terwijl het vragen duurt

zijn zij hun eigen monster
kreupel
gif lekkend

bezwerend vlaggend met
vers overwonnen skin
vlezige chakra-pijlen
in de rug

het zijn jonge twijgen die
het hoofd ontstijgen
in de hitte van de vlammende giraf

zondag 13 januari 2013

Goedemorgen..

het was geen man met oog
althans niet voor mij
ik verwachtte hem niet
nergens meer
nooit

inmiddels drie hoofden groter
dan het frêle mannenlijf
dat aan een versgeplukt bloemetje stond te ruiken
was ik

als een betrapt kind, verstopte hij het achter zijn rug
toen ik hem aansprak

'goedemorgen..-in zijn ogen lichtte een verleider op
een casanova die ik met één vervolgwoord neersabelde-...opa'.

toen mijn naam
en niet die van mijn nichtje
en toen gaf ik hem die zoen

zaterdag 12 januari 2013

Nog even een gedichtje dan.

NEE.
Over toen je voor het eerst
van je leven in een kerkbank zat
en je afvroeg waar de tosti's bleven.
NEE.
Over die keer dat je half huilend
naar je pappie rende:
'papa, papa de maan is kapot!'
NEE.
Over dat museumbezoek dan
waar je niet snapte
dat mensen plots achter hun rug
hun handen vastgrepen
en één wenkbrauw heel hoog optrokken
en dat hun mond,.. ach laat ook maar
JA.

donderdag 3 januari 2013

Gedicht.


is dit de man
die de zonde de wereld in joeg
en daarmee de dood in het leven riep?

nee, dit is Adam Curry, papa

ach jongen, ik groeide langs bomen
waar leven vanaf hangt
terwijl jij quasi zong
in kringen
waar je niet horen wilde

ik weet de plek
waar je naar jezelf kunt kijken
ik zal naast je staan
en zeggen
dat het bijna lijkt

donderdag 20 december 2012

Mit Rammstein



Mit Rammstein,
- jij godvergeten polyglot
die al mijn talen sprak-
spreek ik mij uit

Mit Rammstein
Mit Rammstein!
Verstehst du mich?

(Not to worry, this too shall pass)

ja verhef het glas maar weer
all contacts , dear,
are currently off line

but the cleverbot

the cleverbot
he too fails to believe
that I am a corpse
in a still well preserved state

he needs proof baby
proof that I am alive
I AM TELLING YOU
with Rammstein
with Rammstein

Verstehst du mich?

woensdag 19 december 2012

Flarden





ik heb alleen nog flarden
van toen wij onze hemden ruilden
klakkeloos huilden en lachten
tot we wisten waarom:
hoofdstuk 24 bladzijde 888

we stegen op tot we ribfluwelen akkers zagen
met blokjes van beton
schoorstenen met hoedjes op
- fedora's, you said, yes-

we kleedden elkaar uit
over & over again
nooit weer aan
-mensen doen dat zelden-

ik heb alleen nog flarden
kippenvel
tijgervel
al het zand dat we niet aten
in een uithoek aan zee
onder een geschrokken hemel
hier en daar een ster

en maar zoeken
naar een outfit voor onze arme ziel

'een zal maken
zijn eigen lot'
je zei het nog
of was dat die andere god

woensdag 5 december 2012

Voor jou


voor jou alleen
zal ik schrijven

morgen

voor jou alleen
zal ik begrijpen
wat jij leest

wat ik schrijf

morgen

ontdaan van clichés
zul je niet zijn

ik zal er geen kennen
als ik word geboren

morgen

maandag 3 december 2012

maandag 3 december



er staat een man
met open mond
zijn hoofd ligt in zijn nek
met handen hoog
en ogen dicht
proeft hij sneeuw
op het puntje van zijn tong
ligt
een spreeuw
die onnozel verder vliegt

vrijdag 16 november 2012

Jij

jij schaduw, zonder wezen
die over alle leven
valt
en vadsig hangt

jij mes, dat naar een pols verlangt

ik vrees je niet
ik ben van staal en bloedkoraal
ik leg je af
en naast me neer

in tovertaal

tot het moment
dat je mijn adem haalt
o, pech
precies dan ben ik weg

zaterdag 10 november 2012

Dit gedicht

dit gedicht is een lafaard
het houdt zijn kop onder dekens
verstopt zich
in arrogante lettertekens
ik weet niet eens of het nog adem haalt
misschien is dit gedicht een bloedprop
in een dichtgeslibde ader
misschien hangt het aan de liefde
en is dat de grote strop

donderdag 8 november 2012

D. O.H

ik ben naar je balkon gegaan
langs groen, zo groen als ik was toen
je mond nog sprak
over een vlam die danst
met een blauw rokje aan
en een oranje top

toen ik jou mijn nacht liet zien
er licht viel op de tuin
en ik de geur van bloemen werd
die in alles op ging
en ik wist wat ik nooit wist
zelfs nu niet

afijn, je hangmat past nog, lief
ik ben er in gaan liggen
heb de spotvogel gehoord
en zag de kardinalen
in balans op een akkoord

tot ook bij mij
de kraaien kwamen
de veren strakker nog
tegen het fragiel skelet
dan zij tegen elkaar

vooralsnog niet genoeg in tal
voor het laatste gebaar

zaterdag 3 november 2012

Die nacht



ze had overal kunnen zijn, op een lachend
strand of onderweg, met een stalen paard
naar Zimbabwe, Honolulu, Machu Picchu
Chang Hai of Ankara, waar een vermomde paria
in een bodem koffiedrab zou lezen wat haar toekomt

op grijnzende afstand van de slaap, die haar nu met
een vingerknip het Park van Pret injaagt, prêt à porter
het zelfklevend droomgewaad, ze baadt er in
en calls for Jim who made the blue cars go away

hij hoort haar niet, hoe kon hij ook, ze is nog hier
driftig duikend voor het steekspel en de grimmige
grimassen van een wit geschminkte tierelier

tot het einde moet en zal ze gaan, in razende snelvaart
langs het naderende, denderende, gele monster af
langer dan het afscheid dat haar wacht in de grofgeweven
mazentunnel, enger steeds enger, tot ze met een gouden
schaartje dat bungelt om haar nek, in een lauwe wolk gaapt


Daar,

waar je je voor me uitlegde
op een achtvormig pad
de schuld gaf aan de vorm

waar ik niet wist hoe ik me moest
verdelen over je kronkelige land
daar heb ik mijn hart
naast je neergelegd
schuin boven mijn verstand


Tuin


de hele tuin valt uit elkaar
de rozen staan stokstijf
zelfs in knop nog
hier en daar

vrijdag 2 november 2012

Tot het schip




tot het schip de lucht in vloog
lagen wij roerloos
zachtjes zingend in ons hoofd

'ik zal het nooit meer doen'

die plotselinge zin
in ondeugende stiltes
gewapend met de onhoorbare
schatergrimas van een idioot

merci, verdomde fluisteraar
pardon, mon ami
stiekem zeiden ze me het meest

maandag 29 oktober 2012

De dood

de dood maakt volslagen
vreemden bekenden
groter, grootser
me liever
dan dat ik ze besefte
nam ik ze voor gewoon

donderdag 4 oktober 2012

Retriever,



Je hebt iets van een labrador en
van de lifter met de Chaplin-ogen.
Iets van iemand die ik vergat.

Bleke adonis uit mijn bakvissenhart.

Glad als marmer, gehuld in februari-mist
glijd je bijna stoïcijns langs harmonicadeuren
De geur van sushi, ailoli
black eyed peas en sesamzaad.

Het gaat zo het gaat.
Niemand vraagt wie je bent
als je slaapt.

Lang nadat ik de voordeur hoor slaan
zie ik je pas
goud gesigneerd tussen mijn boeken staan.

dinsdag 25 september 2012

Feestje bij Geoffrey II


Feestje bij Geoffrey II
 
links ligt een Mexicaan onder een hoed
tegen hem aan leunt Yellow Gossip
met een stuk plofkip op zijn lip

hij loert naar Molly met de sacharinelach
van nature lalt ze rare dingen
zoals dat zijn lichaam weer zinwekkend is

treffend als de dood
die ook altijd in het midden valt

iemand vraagt wie toch Omandy is
maar dat is niet aan mij

'hello I am from Norway'
ik kijk er niet van op
'so, what do you say'
ik knik nee en sla beleefd een vis af

'voor mij liever geen feestjes'
zegt een heer met bolle wangen
hij hangt een slinger rond mijn hals
vraagt me hoffelijk ten dans
ik wals finaal over hem heen

de lucht is lauwer nog dan vorig jaar
voor het oog van een man
met gouden tanden en een gordijn
in handen val ik langzaam uit elkaar

donderdag 20 september 2012

I was there








I was there
where the sun was a cloud
and the clouds were warming
my skin

weightless on waves
I drifted
to an angel with greyed tattoos

his mouth was full
with poppy seed
take heed
take heed
he said
and started to paint
white ballet shoes
upon my naked feet

out of the blue
the sound of chimes

then the shoes
they started to walk me away,
I ran, I ran and danced again

they would not let me stay

vrijdag 14 september 2012

Ach,

dag meisje

nee, het gaat niet zo goed kind
je moeder ligt maar
en ligt maar
ik zit veel bij haar
maar
ze lacht niet
ze praat niet
en ze kijkt zo raar
ze eet niets
drinkt niets
zo al een half jaar

Vergrendelde vrouw,


hou nog eens van me.
Zoals toen de zee uit de lucht viel
en wij door het raam een altaar op dreven.
Als half verzopen katten
krols en dol
van het oog in het oog.
Zout in de schokkende schoot
van de nacht.
Maak je armen zacht
zoals toen je 't hart nog had
waarin vlinders en wespen
elkaar woest bevochten.
K'wil wankelen
ziek zijn, kotsen voor jou.
Hou nog eens van me
en van de liefde
die blauw.

dinsdag 21 augustus 2012

Daar







daar

waar ik me in niemand herken
waar lever rauw op borden ligt
waar ik verdwijn in mijn eigen weerkaatsing
als ik een mens zoek in de ogen tegenover mij

waar men vlucht in kleine doorzichtige dingen
zoals borrelglaasjes, waar ondefinieerbare
met iele nekjes, slapjes richting waanzin drijven
en de slaapkamerdeur
maar uit blijft komen op de doorkijk uit 1984

daar

zaterdag 11 augustus 2012

Kom,

hou je maar vast aan mij
ik zal rechtop blijven staan

we zullen de grond aanstampen
samen
met *gebloemde baggerlaarzen
(*gewoon voor de aardigheid)

we zullen dapper huilen
tot het janken van de weerwolf
stolt in de tijd


maandag 16 juli 2012

Gordijnen




Gordijnen zwieren,
open dicht.
Haast met de haast van licht,
dat licht verdwaasd
en eenmaal op-
gevreten
door de nacht,
na een omgekeerd coma,
toch weer ergens,
ergens op lijkt
te hebben gewacht.

Lieve

Lieve Woordenschat,

weet jij wel dat ik
je puzzel en deel
je code, je rijm en je kern
je stam en je steek
zelfs je vloek en je wacht
je troetel en leen en slot
en kruis en vlei en tover
schutting, je kracht
en je macht en spreek
en scheld
dialect en je sleutel
je voeg en je weer
woord

en nog zoveel meer
adoreer?

zaterdag 30 juni 2012

Voor de gelegenheid





voor de gelegenheid
moest het hart zacht zijn
de maan in het laatste kwartier
knieen bloot in zand
en hogerop
waar land overging in lucht
moest een lamp aan blijven

daar heeft een mens een ei
gelegd in een open wond

"dat is zijn zwakte", klonk het

er is een hond
gegeven aan het gejank

een vrouw stak zich in kant
een man hing alles op aan liefde

donderdag 28 juni 2012

Tango

Drie getaande mannen
violen, een accordeon

ik heb toevallig mijn
eindeloze benen
in kousen met naad
mijn smijdige lijf
in wervelend zwart
(met split)
ze vervoeren me naar de oevers
van de Rio de la Plata

terwijl ik ademloos
in spijkerbroek
op het bankje voor Blokker zit

zaterdag 23 juni 2012

Weet


weet jij dan niet
mijn zout, als je me naast de zee legt
die je wel steeds weer vindt zonder zoeken
van de nijd die ons uit het dons jaagt
en neersmijt op drijvend hout
waar geilheid weer wint van de slaap
omdat onze kust een ochtend is
om op aan te spoelen met verschrikkelijke dorst

m'n lief
m'n lijf
wij, stilzwijgende bedelaars
we zijn de goed bedeelden

zaterdag 16 juni 2012

weet jij veel

dat je er zomaar
bij neer kunt gaan liggen
en dat dan je geest
je lijf los laat

op reis gaat

herinneringen flikt
aan nooit gebeurde dingen
dat je onbedwingbaar
wel overál kan zijn

dat er wel oorlog uit kan breken
of iemand in
iets af
of
weet jij veel

zondag 10 juni 2012

Tot aan het raam



alles met een oppervlak is wit nu
op een armlengte afstand doet iemand Bob
beter dan Bob zelf

dog or frog
denkt ze
a fraud
Freud ?
fruit
in een Turks bad


c o n c e n t r a t i e


'je zult zien
dat er geen dood is
als ik verslagen ben

dat ik verslagen ben
als er geen dood is

en dat de maan vol is
net als ik er heen wil '

zing nou
zegt ze

en haar hart verzakt
als herinneringen aan
nog niet gebeurde dingen
haar bij de keel grijpen


ze zal het eenkamerhuis bewonen
met een visser en een gootsteen
en als de trein komt
zal ze verkassen

naar een steeg tussen bergen
waar men zee kijkt
gewoon

donker in schaduwen
helder de clou


but to whom




donderdag 17 mei 2012

Hij,

die op haar leeftijd al 3 sopranen was
-zoals hij elk jaar zei
bij het blazen van de kaarsen-,
staat nu op loden benen,
het zilveren hoofd verdoofd,
een mond open
te staren

Weet hij wel,
hoe bovenmenselijk hoog zij zingen kan.
Nog even en het glas zal springen.

Zevenentwintig ramen tegelijk.

Man, wat zal het waaien
snijdend scherp, de wind.

Terwijl hij nog lichtjes
staat te draaien,
is zij al de gehavende
die niet meer zwicht
voor het feit dat hij zo geil werd
van haar verdrietige gezicht.

zondag 29 april 2012

Wij

wij
die in elkaar zijn gaan wonen
op wind die zich splitst
boven zee
waarin schuimbekkende paarden
multiply into many
many times a day
groeien almaar naar elkaar toe
met een rotsgeloof
in het welles van het nietes
wij hebben vogelhoofden gekregen
en praten uit kindernekjes

by me


2011-2012

part of me is dead
part of me is sad
and a woman with my body
goes ahead of me

she walks she talks
she wines and dines
and even smiles

how does she do it
i don't know

donderdag 26 april 2012

Du, Herr Ende



Du, Herr Ende

you showed me
the house behind the curtain

inside out

why didn't I see
the naked body
laughing hysterically
at the feet of
two idiots
sharing a chair

I missed the waving of your finger
the mother
she ran
hopelessly dancing
green glass
tickling her feet

the horror of a heart
hanging from
(o god it was not an imaginary cross)

and no one doing
anything

how could I

before the bells

vrijdag 14 oktober 2011

ik kan het niet
meer zeggen
wie warm is
wie kil
en waar
het verschil
zich verschuilt

wat water bedoelt
als het vuur behuilt

wat een stem de stilte aandoet

waarom mijn oog
alsmaar symmetrie zoekt
op een belt van schots en scheef

dinsdag 23 augustus 2011

1968


Als het lokaal te klein wordt
gaat zij dwars
door glas.

Komt neer,

-onbeschadigd, in een volumineuze
petticoat, rood haar laarsjes met aan
de punt een bol van blauwig pluis
en wollig schitterspul-

op een vlot.


Ze kijkt zee.

Wacht.


Tot er meeuwen landen
in haar hoofd
en zij los stijgt
van de wens te weten
aan wie het genoegen is
in het zotte complot.

woensdag 13 juli 2011

ik ken een man

hij is oud en van de regen
op strakke dagen is hij bang
als de lucht te blauw
en de zon te groot is
als zijn vriend de brakke dood is
smeekt hij bomen om wat wind
om de donder en een bliksem
voor zijn bleke hellekind

MASTICATE

is het zaterdagse woord
'To grind or crush with the teeth
in preparation for swallowing and digestion;
to chew; as, to masticate food.'


het is vandaag geen zaterdag
deze dag heeft een tune
ik eet fish aan een Spaanse tafel
met het geluid van castagnettes
in het hoofd van mijn gastheer

stel je voor dat hij naakt was
en ik een non
zou hij aan pinguins denken

aan de zwart-witte watervogel
die niet vliegen kan
wat kan het schelen
hij zit strak in het pak
thank god
I am a countryboy
zingt hij

ik maal, zoek beelden
van bijvoorbeeld een tijdmachine
in de vorm van een donut
( waar las je dat?)

chaos. op hol geslagen
paarden, flarden van een explosieve arena
met verzette kruizen, een tijger,
een leven in een mand
( zag je het ook ?)

een vrouw zet een man in vuur
haar muren zijn oranje, zij voelt zich de koningin
ik haat oranje
en hoe is het met Robbie
en hoe lang is Jean al dood
- ik weet het niet, ik weet het niet-
en Don, hoe ligt hij er bij

1 erbij 1 = 2
Masticate is het zaterdagse woord

vrijdag 17 juni 2011

HET

het schreef zich over zijn rug
terwijl hij bukte
uit de dalen ladies plukte
veranderde de hand rond eigen keel

in een heel erg mooie witte vogel

vliegend en wel,
well, well, well : tegen een zacht golvende achtergrond
met een hardroze wolf in 3D (huh)

terwijl: de 'promise' nog een keer
rondzingend nu, so unlike yesterday

en later in het uur vind ik hem
en hij het huis
de tafel en het bed

hetzelfde nog
alleen nu
zijn hij en ik de ingewanden
van iets dat groter is

veel groter nog
dan het aller
echt het aller allergrootste

contrast

de promise nog een keer
gutfeeling
kutgevoel

laat maar

donderdag 16 juni 2011

Liever

liever had ze hem geschreven
dat ze liever niet meer wou

het vouwen van zijn handen
met zijn vingers in haar oren
net als hij 't eindelijk zegt

ja, ze zag de zee in hem
en in alles daaromheen
maar nu wil ze alleen
liever alleen, nog maar
alleen

dank je zeggen
voor die criminele bloemen
en het knippen
van zijn oog
door haar papier

natuurlijk valt ze
uit elkaar nu

knalt het oude liedje
tegen een plafond
terwijl hij plaatjes kijkend
over haar heen stapt
als over een opgekrulde berber

zaterdag 28 mei 2011

Jezus!

dacht ze
toen ze hem vond in de voorkamer
liggend op een kruis
met een lendedoekje
terwijl haar bleke bloot
nog de avondjurk wachtte
zachte schoenen
voor de hand
nog in de hand
zo ga je niet mee
zei ze
no way
ok, ok, zei hij
spijkerbroek maar dan

vrijdag 20 mei 2011

Hannelore II

dat ze je vonden
naakt in Rome
met je hoofd in het Walhalla
moest ik horen van de hospita

ik geloofde haar niet
totdat ik je zag in minibikini
met het gezicht van Richards
..Keith

Hannelore

waar ben je
toch gebleven

liep je verloren
in je gele
handgeweven hemd

met een roze bloem
op elke borst

en duizend mannen
om te plukken

Een weg

terug over de rug van de liefde
hand in hand
met een land vol meisjes
vermomd in witte kant

zachtroze spartelend
in zijn gedachtengang
nacht
lacht
vermiljoen
stotterende tellen lang

of misschien wat korter
tot in de tweede zon
totaan de schreeuw van Gorter
die het ook niet zeggen kon

woensdag 18 mei 2011

Welles!

ergens moet het zijn
in het wereldruim
zweeft of ligt het

wellicht op aarde
in een specifiek land
op de ontoegeeflijke rand
van een stad
in een doodlopend straatje

tussen luimige lakens
in het gammele bed
op de 2e etage van
een krakend pand

heel misschien
ligt het wel
bij jou

niet dat ik zég
dat het gelijk bij jou ligt
het zou kunnen

maar dan wel aan mijn kant

Dit spel is niet gratis

ik viel uit mijn handen
die dag met
opstaande randen

iemand ging weg
dat moest van god

mijn jurk nog aan
zoals toen ik nog
wel een lichaam had

zo wijd
zo los
en de boot
de boot al in zicht

himalaya himalaya
ik denk het niet
zo zonder pols

Dan

Zij breken snel na zevenen
in de kitchenette van het culturele hart
Stücken Früh met home made marmelade
ergens tussen Aken und Augen

dan,
na een dollemansrit op een drachtig paard
ogen in een loop
(ze knipperen niet
want het is vrede)

geluk dat hen gevangen nam


ofwel,

gieten zij hun hoofd leeg
boven een meer in een bos
en als de tijd aanschuift op het bankje voor de rust
kerven zij de Herhaling zachtjes in de rug

dan,

Oostwaarts met een fakkel
op de rand van rood
waar het land stil ligt
hoog genoeg om de hemel uit de lucht te happen
en elkaar overal tegelijk tegen te komen


maandag 16 mei 2011

Het is tijd

Het is tijd voor beeldige Magda
in een storm van lenige jongens
op gekreukt papier, uit handen van
de dolleman in wie een vuurbal aarzelt

'dag man van zand, ik hoor je niet.'
'zing je me weer in slaap', ze blaast zijn
lont uit als een kaars en gaapt hem
aan alsof ze waterlanders branden ziet

een hand haalt uit, de lucht betrekt,
scheve hoeken in een mond, ze wuift hem
weg en weg, het zwaaien gaat beduidend
lichter nu, in de richting van het raam

waar zij het zich laat overkomen, zoals
alle keren dat zij stilde met het vallen van
haar tong, steeds in zijn goede naam

Plaatjes

kijk, dit is Johnny
Johnny is het ongewassen beeld
van verstand dat zich vergaapt

zijn blauw katoenen buik
met ingegroeide knopen
staat op rantsoen in mijn achterhoofd

evenals het bange wachten
tot hij door de opgerekte gaten
ongeoorloofd gutsen zou

de hele straat vol Johnny!

en kijk, dat is de suikerzakjesman
hij zingt voorbij
aan Sam z'n luie oog

drie hoog zie ik het weer grijnzen
naar de haan die uit mijn zolderraam
recht in de mond van Johnny vloog

zondag 15 mei 2011

Tussen 1 en 4

tegen de wind in rennen natte bruine
mannen naar de stadsmoskee
ik loop langs Linda's raam, ik moet haar bellen

pluk lavendel uit een tuin, twee roosjes

onder mijn jas is m'n jurk
tot aan het middel opgekropen

dat is nog eens een binnenkomer

zijn kat luistert wel en niet
naar de naam Schrödinger

hondsdraf rond de vijver
een dragonder voor het raam
verduistert schuifelend de kamer

onder Mojsje's dominante blauwe haantje
krabt een Duitse staander onophoudelijk aan mijn hart

Drahthaariger Vorstehhund
ik zeg het hem
hier binnen blijft het ook niet droog

Ja,

zo vlak kan land zijn

geen reden
om te struikelen
of terug te gaan

dat je best een boom wil worden
een wilde kastanje, of
'n plataan met camouflagestam

het bange beest dat je beklimt,
jankend wacht in je kruin

het mens dat aan je hangt
desnoods

ja, zo vlak
kan land zijn

l'anniversaire

alsof ie het wist, zit half verpakt,
rond zijn gezicht zacht roze passiflora
Hauer's hiker onder de pergola
'incarnata toch', snuift hij

'ik heb al een man', zegt ze
en glipt in lege schoentjes
trippel trappel trippel trap

'ik ben slechts van de appetijt en
lesbare dorstigheid, mevrouw'
hij knikt en waagt
'een drempel, mag geen drempel zijn'

er schuift een zetel aan
ze geeft hem poelipek
en stukjes suikerbrood
ijs dat niet gehoeven had
maar o, dat parasolletje
zo teer, ingenieus
en in 2 tellen af te fikken


hij vertelt haar van de 7
van de zonden, wereldwonden, regenkleuren
laddertonen, de vette en de magere
dagen van de week

ze rijgen samen astronautjes
aan een lichtgevende draad
als de wereld binnen valt
en vraagt , wie is dat mop
halen ze allebei hun schouders op

Wat wist ik nou

wat wist ik nou,
ik, mijn lippen van vuur
mijn groene schaduwblik


dat het licht op me zou vallen
zijn oog vasthoudend
speurend naar mijn prisma-ik

nee

er zou geschoten worden
exotisch doorgedraaid

een ononderbroken flits

en dat ik later vast zou liggen
mat,
in zwart wit

praat me niet

van de twaalfde etage
met uitzicht op leven

de wind zou er bijten
gemeen strijken
langs je poreuze hart

je zou waaien jongen
in het wilde weg

tegen de grond slaan

met één arm je verstand
bij elkaar, graaien naar
een ziel bij je nieuwe outfit

en wat moet je moeder nou
met een poeder-ei

Kwesties

een cactus ondervragen
kijken naar de slakkenvrouw
die snelle dromen veinst

een overdaad aan hersenen
eten uit een dop
en later
met je kop tussen je benen
lees je net niet op het porselein
'Jezus is een piranha '
want het lichtje is te klein

dan strompel je terug
met een beet uit je hart
en het gekkengetal op je rug
morgen zeg je in de kroeg
dat ze vol stekels was
en dan weten ze weer genoeg

Hey hallo

vanaf de 26e etage keek ik heel toevallig
recht in jouw gezellige wolkenkrabber

er zat een gedrochtje op je
coole love-seat, half verscholen
onder een gele regencape

een leutig parasolletje
stak fleurig af tegen het bleke ijs
dat zij behendig tussen
haar knietjes klemde


ze keek strak voor zich uit
nee, niet naar mij
ook niet naar jou

jij liep te ijsberen
in een skipak
hoe zit dat nou

Het zal hem beuling wezen

dat grondsop zit hem net even te diep
voor hem behoeft dat
-welbeschouwd-
niet eens te existeren

het betreft hem niet
bekoort hem niet
flikt hem altegader nakkes

zij met haar trippel trappel tripjes
gepermanente kipjes
haar thisjes en haar thatjes
blauw bespreide bedjes
't kleffe brood
gewisse dood
lauwe loenen
laffe zoenen
lifjes
blafjes
zus en zootjes?

godsgloeiende zoden!

die zet ze zelf maar aan de wal
laat hem behaaglijk thuis

met zijn modelspoorbaangeval

In de regenkamer

je lief uitschelden, om te
kijken of je maag nog draait

schrijven
met een natte vinger
'warmwatermassage'
over de volle lengte van zijn rug

vragen
of hij weet
dat hij opgebouwd is uit 206 botten

knallen, met je hoofd tegen het zijne
om te weten hoe het voelt

Gevoelstemperaturen

'laten we 't over het weer hebben, lief
wanneer doen we het weer
het vieze weer
en weer
en weer
het natte weer
in weer en wind
tot ik je vind in jou'

bijt hij haar toe
kletsend op haar koude dijen
pratend naar haar mond

hij speelt het mooi
het weer
het weer
en nog een keer
een zon komt op
zij slaat haar regenogen neer

ze schreef hem

vanuit het koude huis
'bloemen op mijn ramen'

in elk vertrek een spiegel
om te zien of ze nog was


dag, hele dame
paspop
dwarskop
merrie in galop

dag valse chanteuse
dag bevend riet
in lauwe gazeuse

dag vrouw
wat wou je nog

dag
(ruw geschat)
duizend onbevlekte meisjes
schitterend, langs het trappengat

Hemelbed op tafelpoten

wij klopten aan elkaars hart
keken elkaar aan
een lichtjaar lang

in stroboscopische flitsen
hebben we gepraat over Rin Tin Tin
totdat ie aan onze voeten lag

met lieve dagboeken
ingekerfde stokken
geringelde oren
een vergeten zakdoek
en een vergeeld,
geraffineerd gevouwen blaadje,
waarop ik las:
'Ozminia Narminiaz,
hoedt u voor het papier'

we hebben het poppetje gezien

toen de klap ons betrok
lag het tussen ons in, misschien

.


wat zou ze geweten hebben

zo, verzonken
vastgeklonken
aan het platte land

waar mannen hinkelden op
hun sterkste been
heen en weer
langs schapen met een overbite
die hen te grazen namen

en die later, met opgezette
voeten in het kroost
het oude lied zongen:

'waak kindje waak
daar buiten drijft een draak
naakt in een bootje'

als het langskwam
( het kwam altijd langs)
wendden zij het gezicht af
of renden in cirkels
zo snel,
dat zij ogen in hun rug kregen

wat zou ze geweten hebben

van stars en van
stripes on red suits
dripping from diving
in levensgevaarlijke kennis

Treffer

chinese fonts op het plafond
fondu vandaag
en een vinger
van het toeval
gewoon omdat het kon
met al mijn handen aangenomen
tot het mijn tong
probeerde door te slikken

onberekenbaar als ik ben
zette ik mijn tanden
in de eenkennigheid
van het onbestaanbare
omdat geloof
groter is dan wetenschap

Mess, me rising

De stoel waar ik in woon,
met de afdruk van tanden
in het zongebleekte vilt,
waarop het geschenk beschonken lag,
het weke hoofd , ongewild,
precies passend
in de oude kuil.

Die stoel.

De tafel, waaraan ik schuif,
-met zachtroze poten-
met drammers, zuipers
duifjesjagers.
De tafel die we dekten,
als ezels, balkend en breiend
ver strekkend, vrijend.
Bevrijdend was het.
Niet.

Die tafel.

Die stoel.

En het wafelijzer,
de koudste van wij drie, die
ons zijn hete mond toe hield.

Ze zullen gloeiend spreken
vanavond nog, als jouw
zwarte hypnoseoog
de sterkte van mijn wil vernielt.

Anywhere

het onbereikbare
anywhere
hier, in de bloemfonteinstraat
of,
waar het bloed gaat
staand of liggend aan de loire

het roepen van een naam
maar lot lijkt niet te horen
en een goddelijke stoor je
niet op zondag
niet nu
nu de rust zo explosief
kraterspringt, slavenzingt


verwarring bungelt in de zon
als gouddraad om een wijze vinger
prangend in een hart

zachte achten,
achteloos gevormd
met een vogelveertje op een blote knie

ik zie je wel,
zal ik zeggen dat ik je zie
en weet wat je denkt

ik zie je
en ik weet wat je denkt
want ik ben als jij

als het spel uit is
lijkt alles wit
trek je weg van
de behoefte aan kleur

en nu

hij viel bij het braambos
op het pad waar rozen gaan
ik raapte hem op
maar hij bleef niet staan

nu is het koeren naar duiven
hangend naar het oude
op een schommel van hout

ver in januari

alsof de zon nog
en de wind niet huilt

'she took her heart out for a walk'

horripilatie!
en: spasmodermie!
sneden als klanken
ze bloosde
-ze wat?-

ze bloosde
en herhaalde
'i took my heart out for a walk'
en liet het janken

ze kan niet dienen
niet dansen ter vermaak
en ze walst zo graag
langzaam langs het raam dat
gras ziet en hoger een luchtboot
die vastbesloten overwaait
naar Scottish Hills op canvas
immer storend schuin
tegen immer blakend zwart

afijn,
in een handomdraai staat
ze in het verdomhoekje
haar voeten in heilig water
Sodom links weer
Gomorra rechts van een zwavelregen

klein gewin van binnen

'i took my heart out for a walk'

niet in het minst in de mineur
door de bloedeloze klanken
uit de losse kop
van een opjutteur met hanenvel

het ongelegen woord

ik zei toch nee
je bent te laat
ik heb geen zin in je

ik wil je niet
niet nu
niet weer je blote lijk waar ik
het leven in moet hijgen
een jurk omheen moet rijgen
of een statig mannenpak

een jute zak kun je krijgen

maar niet nu

wat sta je nou te..
..nee niet huilen
niet huilen alsjeblieft


nou schiet maar op dan
kom maar hier
gewiekste leugenaar
kleine mythomaan

kom
kom maar
lief gedichtje

ik heb het ook zo gedaan

Slagschip

We zagen hem best zitten ja.
Doemneef op zijn scheepje.
Spelevarend dachten wij,
zo met zijn armen in de lucht.

(maar het roer dan, o het roer)

Het roer was in Gods achterhoofd,
zwaar in gevecht met een geknechte.
Tot aan zijn liezen,
in so not trendy krokodillenleer.

Wisten wij veel.
Elenora zei nog:
'Da's een blije jongen,
die vogels uit de lucht plukt
naar de zon graait en naar
zijn Meester wuift die stante pede terug zwaait.'

Wisten wij veel dat Hij zich tot hem richtte.

'love is in your ass, torenmeisje'

zingt ie
springt ie
zomer in kringelrozen

--
zij denkt aan de God
met wel zeer exquisite smaak
onverzadigbaar gulzig, lately
niet gestild door een half been


ze heeft hem staan
glasgeblazen
paars, sereen
hangend met secondenlijm
op een doorzichtig kruis
fragiel als het leven

een tikje en hij ligt om
--

'your eyes, in your eyes, dan'
lacht ie

--

'my ass' she says
met van dat achteloze

zij denkt het voze
het boze
het nare
het hare

--


'in your heart!', zingt ie
springt ie
zomer in kringelrozen

Die muur was eigenlijk een open buitenkast

schrijf over een impala, zegt ze
ik zeg, wat is dat ook weer
een giraf, lacht ze en tekent
ons met krijt op de muur
zoals we zitten
op het bankje voor de muur

het is een rooibok, denk ik
een antilope
mijn hoofd loopt om naar Afrika
met Skunk Anansie op mijn oren
in de tijd dat ze Jezus verkochten
ondergronds weliswaar
zie ik de spin uit eigen mond

-impala-
ik denk impale
voel scherp zoet en veel
of over een begrafenis zegt ze

ik zeg nee, ik hang al aan elkaar
van behuilde planken en scheppen zand
- helemaal niet- zegt ze
buxus dan
buxus?
ik plaats een buxus op een luxegraf
zie een buks leunend op een maffiakruis
en corrigeer als Bugs Bunny het verruilt
voor een shining gun & roses

geboorte!
geboorte?
de hele wereld is geboren
dat kennen we nu wel

wat zou je schrijven nog
als alles al gekend is
gezegd is
gedaan

Daar

Daar is ze, kijk.
In de hoek van haar oog.
In Vivian de mannequin,
die in delen ligt te wachten
op haar inzicht.

Een elegante paspophand
rust op een storage box met
resten van konijnenpootjes
Boeddha-scherven, schimmelklaver
verbleekte schijnpapavers.

Met wederkerende zaken
zoals paddo's in de herfst
crematies, akoestische levitaties
plotselinge amputaties, stuk en hoog
opgelopen relaties met brainteasers
speeddaters, absorbaten, aderlaters
havereters, laterkomers, kom en kwellers
maanjagers, 1-nachtvragers, koekenzopieobers.

Ze brak haar tong op hen

and started collecting birdcages
in een ander land.

Kijk,
daar is ze.
In de hoek van haar oog.
In elk opgezet vogeltje
dat geen tralie loog.

Such a fine day for a BBQ

op het rijwiel met toegedrukte knieen
zonder puntjes
nog even snel voor een 'vergeef me'
uit de onmogelijke mond
die altijd in haar nek hijgt

vroeger hangt als een bonte strop
op haar koltrui waaronder drie
heiligen zich warm wanen

thuis ligt het beest te roken
dat zelfs zijn proviact bifidus
nog obsceen wist te schudden

A lovely day in May

You are passing time
Like trains pass stations
Going somewhere
Never knowing who will
be sitting next to you

A new lover would do
or a husband to be
or the son you gave
away to me on that
horrible day in May

Geven & nemen

je geeft haar rozen en
dahlia's, legt lilly's in haar
valley, om te verbloemen
hoe uithuizig je was

maskeert je geflierefluit
met een quasi deun
en de dreun komt pas
als je waakt
met je ogen dicht
en zij zich als een krans
klemt rond je engelengezicht

Trippen in Madurodam

als de bliksem een wereld kan creëren
van broden, vissen en kruisdragers
en als wij tijd en zin hebben
om dit allemaal mee te maken
laat hem dan inslaan
in miljoenen herinneringen
terwijl wij met kinderfietsvlaggetjes
en achteruitkijkspiegeltjes
een veertien meter lange brug over rennen
met een figuur in wit (de edele wilde)
tot het verzinsel weg is gekwijnd

ik wacht

tot de vissen in mijn buik
niet meer spartelen
en de zee niet meer
op mijn schoenen drupt

ik bedenk niets
wat ik bedenken kan
verveelt

ik wacht
tot de luie haast
in hoogst eigen persoon
(ik aanbad hem, vergat hem)
mij de stilte maakt
die alleen verbroken wordt
door wat de verdomde
fluisteraar wil dat ik versta

tot dan zal ik zwijgen

Roos

je bent te laat, op de minuut
en waar is het kado
-welk kado-

nou,
ze dacht een roos of zo
voor het gaatje in haar hoofd
of halve woorden die volstaan
een hersenkersenkirchentaart
met paardenbloemenpluis


blazen wil ze, blazen
en een stad om aan te doen
een land om te bezeilen
op de bonne bonnefooi

mooi toch


eeuwig kind ziet licht
in donkere gezichten
ze zou rechtop moeten staan
nu
en kunst maken van deze gezichten
haar vaders lippenstift, het klapraam
en het dode paardenoog uit de derde la

maar hee, ze staat nooit
ze ligt of zit of hangt
wijkend als een vlam
voor de mond die maar niet sluit


ze zou over willen lopen
om wat iemand ziet
en niemand doet
complimenten willen krijgen
over het behang
- wie zit er achter-
het plafond dat niet zo
hoog is als je denkt
- als je denkt-


'wat moet jij toch altijd met mijn witte was'
ze spuugt het voor voeten
doet de fosburyflop
gymlacht en steekt drie duimen op

zonder titel

er vloog een vis aan me voorbij
een nonstop boomerangvis
duidelijk meisjesachtig

toen ze leek op mij
baarde ze vier engelen
(allen getatoeëerd)
terwijl ze de verzamelde werken van
god -hoe heet ie- in braille las


TOEN

verscheen mij de vrouw
die altijd blauw was
in zonsondergangoranjefranje
en ik zong

'O,
such a thrill, to see you come
over the hill, with your arms
spread wide and your head in a cloud'

maar dacht opeens aan
god -hoe heet ie-
en een mond zo groot
als mijn hele gezicht
blies leven in me
net toen ik bijna alles begreep

intrigerend he
zei god - hoe heet ie-

See?

je ziet het voor je
not just the iron King Size
het hele huis schudt, schat
the whole neighbourhood
uit je mouw

you tell me
that home is where the hardon is
we laugh

and you put on
'how soon is now'
from The Smiths

then I hold you
like the earth holds a tree
van kwart over zeven
tot iets na half zes
als ook ik het voor me zie

een raar verhaal

De eerste keer dat ik haar zag,
zittend op een poef met een
glaasje bubbels aan haar mond,
verwachtte ik dat haar hoofd
spontaan vijf maal rond zou gaan tot
haar hals een vlechtwerk leek
van huid, aders en pezen, om dan
als van gummie, terug te flippen
waarna er een onwaarschijnlijk grote
hoeveelheid lucht aan haar mond zou ontsnappen.

Ik dacht dat ze zou zeggen:
'Ik zet mijn huisje naast de boom op jouw
laatste schilderij. Dan ga ik er wonen als een muis
in een holletje en dan kom jij me kaas geven
en dan kruip ik in je hand en dan stop jij me
in je mond en dan slik je me door zonder te kauwen.'


Bij die gedachte draaide mijn hoofd
spontaan vijf maal rond
tot mijn hals een vlechtwerk leek
van huid, aders en pezen, om dan
als van gummie, terug te flippen
waarna er een beschaafde hoeveelheid lucht
uit mijn onwaarschijnlijk grote mond ontsnapte.


De tweede keer dat ik haar zag, herrees zij
en liep met uitgestoken klauwtje op me af.
Voordat ze het zeggen kon
lag ze al in zware stukken op mijn maagdelijke graf.

ik vraag me niet af

ik vraag me niet af
wat het halve schip
waarop ik sta,
in het midden van de kroeg doet
of wat een dichter moet
met het hoofd van Dagelet
zijn jas is vet, tegen de regen

hij wenkt
een mond
vol lach voor altijd zon
'kom, nu of straks te laat
of wil je eerst nog bruid
toe zeg het maar'

(wie ben je niet
hoe vraag ik dat)

'kom, vlucht', haast hij
en sleurt me over water
naar een land dat binnenskamers
groenbezaaid met woorden ligt
die nergens aan doen denken
dan aan het huis
de boom
en het verschrikkelijke beest

liefde

ze hebben haar uitgezwaaid
ze verdween
met Ruime Definities & Growing Pains of Love
in een tijgertas met strass-steentjes

vanaf dat moment begrepen zij dat
zij op haar leeftijd nog dood waren

van de weeromstuit
kroop 'je t'aime'
dolgedraaid op tafel
woorden bij een daad

zij hebben zich er bij neergelegd
dat de kromme poten van Queen Ann
braken onder natuurgeweld
en dat je over de liefde niets kunt zeggen
dat liefde zelf nog niet zei